top of page

Maagzweren bij Paarden: Oorzaken, Behandeling, Preventie en de Rol van Goede Voeding

Bijgewerkt op: 22 mei


Maagzweren is een aandoening waarbij het maagslijmvlies wordt beschadigd en wondjes ontstaan, ofwel maagzweren. Deze aandoening komt steeds vaker voor bij paarden. Onderzoek heeft zelfs aangetoond dat 90% van de renpaarden, 66 tot 93% van de endurance paarden, 58% van de sportpaarden en 11% van de recreatiepaarden last heeft van maagzweren 1. Zweren die in de maag ontstaan zijn pijnlijk en hebben een effect op de gezondheid, het welzijn maar ook de prestaties van het paard.


maagzweren paard

Het Spijsverteringstelsel en de Maag


Het spijsverteringstelsel van het paard bestaat uit twee delen waarbij de maag bij het eerst gedeelte van het verteringsstelsel behoort. De maag van het paard is, in vergelijking met de rest van het verteringsstelsel, klein met een maximale capaciteit van ongeveer 8 tot 15 liter 2,3. Wanneer de maag ongeveer tot twee derde vol zit wordt deze ‘geleegd’, ongeacht hoe lang het eten al in de maag zit 2. Hierdoor kan het voorkomen dat als het paard grote porties voer opneemt een deel van het eten onverteerd naar de darmen gaat. Daarom eten paarden in het wild kleine porties door de dag heen.


Net als het gehele spijsverteringstelsel bestaat de maag uit twee delen: het squameuze gedeelte en het glandulaire gedeelte 4. Beiden delen zijn bedekt met slijmvlies. Het glandulaire gedeelte bestaat uit klieren die onder andere verantwoordelijk zijn voor de productie van maagzuur 5. Daarom bevat dit gedeelte van de maag ook een dikkere slijmlaag die de maagwand beschermt tegen het maagzuur. Het squameuze gedeelte heeft deze slijmlaag niet en is alleen bekleed met een dunne laag cellen 4. Dit gedeelte van de maag wordt daarom niet beschermd tegen maagzuur.


Het Ontstaan van Maagzweren


Paarden produceren constant maagzuur voor de vertering van voedsel, ook wanneer de maag leeg is 6. Maagzuur zorgt ervoor dat de pH waarde in de maag laag is en creëert hierdoor een zure omgeving. Wanneer paarden kauwbewegingen maken om voer te verteren wordt speeksel geproduceerd 7. Speeksel bevat de stof natriumbicarbonaat wat een bufferende werking heeft. Deze buffer neutraliseert het maagzuur waardoor de omgeving minder zuur wordt. Ruwvoer functioneert ook als een buffer en is in staat om overtollig maagzuur te absorberen 8. Krachtvoer kan dit daarentegen niet en de vertering hiervan zorgt juist voor een zuurdere omgeving 7.


Wanneer het maagzuur onvoldoende gebufferd wordt, komt er teveel maagzuur in de maag terecht en tast het uiteindelijk het squameuze gedeelte aan 9. Omdat dit gedeelte van de maag hier niet tegen bestand is ontstaan er kleine wondjes, ofwel zweren, in het slijmvlies van de maagwand. Hierdoor wordt het grootste deel van de maagzweren gevonden in het squameuze gedeelte. Maar steeds vaker worden er ook maagzweren gevonden in het glandulaire gedeelte. De definitieve oorzaak hiervan is nog onbekend, maar onderzoek suggereert dat maagzweren in dit gedeelte ontstaan door vermindering van het afweermechanisme van de maagwand 10.


Door de zure omgeving helen zweren moeilijk. Als de omgeving langdurig zuur blijft is de kans daarom aanwezig dat er meerdere zweren ontstaan die steeds erger worden 4. Om de ernst van de zweren te bepalen is er een scoring systeem ontwikkeld waarbij de zweren worden gescoord van 0 tot 4 waar bij een score nul het minste letsel wordt aangetroffen en een score van vier zwaar letsel wordt gevonden (tabel 1).


Tabel 1 Om een behandelplan op te stellen wordt een score systeem gebruikt waarbij wordt gekeken naar het aantal maagzweren en de ernst van de zweren (MacAllistar et al., 1997).

Score

Omschrijving van de Ernst van het Letsel

0

Het epitheel is intact en er is geen sprake van hyperkeratose (verhoorning en verdikking van het oppervlak van het slijmvlies)

1

Het slijmvlies is intact maar hyperkeratose is zichtbaar

2

Kleine en enkele laesies zijn zichtbaar in het slijmvlies

3

Grote enkelvoudige of meervoudige oppervlakkige laesies zijn zichtbaar

4

Uitgebreide vorming van laesies met gebieden waar duidelijke diepe zweren zichtbaar zijn


Symptomen, Diagnose en Behandeling van Maagzweren


De symptomen van maagzweren zijn soms lastig te herkennen en variëren per paard. De meest voorkomende symptomen zijn: gapen, verslechterde kwaliteit van de vacht, oncomfortabel bij het aansingelen, verminderde eetlust, verminderde prestaties, gewichtsverlies, verandering van het gedrag, acute koliek en terugkerende koliek 11. Ook gedrag zoals luchtzuigen wordt verbonden aan maagzweren. Echter, kan het ook voorkomen dat een paard last heeft van maagzweren maar geen duidelijke symptomen vertoont 4.


Om een diagnose te stellen wordt daarom door een dierenarts een maagscopie, met een endoscoop, uitgevoerd waarbij de binnenkant van de maag en voornamelijk het maagslijmvlies wordt bekeken. Voor het stellen van een diagnose wordt gekeken naar de hoeveelheid maagzweren, de ernst ervan en de plekken van de laesies.


In recente jaren zijn er meerdere studies uitgevoerd om de effectiviteit van alternatieve diagnose methoden te testen. Resultaten van een recente studie hebben een link gelegd tussen het ontstaan van maagzweren en specifieke meetbare componenten in het speeksel van het paard 12. Het analyseren van deze componenten in het speeksel lijkt een potentiële alternatieve methode voor het diagnosticeren van maagzweren bij paarden.


Na het vaststellen van het aantal maagzweren en de ernst van het letsel, wordt een behandelplan opgesteld. Het voornaamste doel van de behandeling is om de zweren, de pijn en de symptomen te minderen, heling van het maagslijmvlies te bevorderen en terugkeer van maagzweren te voorkomen 4. Dit wordt gedaan door middel van het gebruik van medicatie die de productie van maagzuur remt en daarmee de pH waarde in de maag neutraliseert. De meest gebruikte medicatie voor maagzweren zijn omeprazole en sucralfaat waarvan de laatste voornamelijk wordt gebruikt voor zweren in het glandulaire gedeelte van de maag 13. Daarnaast is het ook van belang dat het management en het voerbeleid van het paard zodanig wordt aangepast dat de zweren niet nogmaals terugkeren 14.


Preventieve Management Maatregelen


Om het helingsproces te ondersteunen of om maagzweren te voorkomen is het van belang om het huidige management van het paard onder de loep te nemen en aanpassingen de maken waar nodig.


Zoals eerder besproken eten paarden van nature kleine porties door de dag heen waardoor de maag nooit voor lange periodes leeg is. Paarden die de hele dag buiten staan en constant kunnen grazen, of toegang hebben tot ander ruwvoer, hebben daarom een verlaagde kans op maagzweren. Doordat het paard constant kleine porties voer kauwt wordt er ook continue speeksel geproduceerd en wordt het maagzuur voldoende gebufferd 15. Is het niet mogelijk om het paard meerdere kleine porties door de dag heen te voeren, dan is het voeren van voldoende ruwvoer ten minste drie of vier maal per dag ook voldoende 16. Door dit te doen wordt de kans op het ontstaan van maagzweren kleiner. Ook het voeren van meerdere kleinere porties krachtvoer heeft een gunstig effect op de maag. De vertering van grote hoeveelheden krachtvoer zorgt namelijk juist voor een zuurdere omgeving in de maag 14.


Stress heeft een effect op het gehele spijsverteringsstelsel en voornamelijk op de maag en het ontstaan van maagzweren 7. Zorg er daarom voor dat het paard zo min mogelijk stress ervaart. Denk hierbij aan onder andere het paard voorzien van voldoende eten, water en weidegang etc.


Onderzoek suggereert dat arbeid de kans op maagzweren vergoot. Dit komt omdat tijdens inspanning het volume van de maag verkleint en de druk in de buik verhoogt 17. Doordat de maag samentrekt tijdens inspanning, kan maagzuur in het squameuze gedeelte terecht komen. Daarnaast daalt de pH waarde in de maag tijdens inspanning 15. Het voeren van een kleine portie ruwvoer, voordat het paard zich gaat inspannen, verlaagt de kans op maagzweren omdat ruwvoer een bufferend effect heeft en het maagzuur neutraliseert voor het paard gaat bewegen 18.


Voeding ter Preventie


Het ontstaan van maagzweren wordt gerelateerd aan voeding en een onbalans hiervan. Daarom is het, naast het management, belangrijk om het rantsoen regelmatig te evalueren en aan te passen.


Een paard kauwt langer en vaker op een kilo ruwvoer in vergelijking tot een kilo krachtvoer. Hierdoor wordt er ook meer speeksel geproduceerd wat een bufferend effect heeft 15,19. Zoals eerder benoemd, absorbeert ruwvoer overtollig maagzuur waardoor ruwvoer essentieel is voor het herstel maar ook de preventie van maagzweren. Paarden die de hele dag toegang hebben tot voldoende ruwvoer hebben hierdoor minder kans op maagzweren, omdat ze constant kauwbewegingen maken waardoor continue speeksel wordt geproduceerd en maagzuur wordt geneutraliseerd 20.


Krachtvoer wordt gevoerd ter aanvulling van het rantsoen voor het creëren van een gebalanceerd dieet. Maar een dieet dat een te hoge hoeveelheid krachtvoer bevat kan de kans op maagzweren vergroten. Het paard maakt minder kauwbewegingen bij het verteren van krachtvoer waardoor er minder speeksel wordt geproduceerd in de mond 15. Doordat er minder speeksel wordt geproduceerd heeft dit ook een minder bufferende werking. Hierdoor heeft een paard dat dagelijks te weinig ruwvoer krijgt (minder dan 1% van het lichaamsgewicht in droge stof) en te veel krachtvoer een grotere kans op het ontstaan van maagzweren in de maag 21. Idealiter bestaat het dieet van een paard, voornamelijk een paard dat meer kans heeft op maagzweren, voor 75% uit ruwvoer 15. Ter aanvulling van het rantsoen en om het paard te voorzien van voldoende energie kan in plaats van krachtvoer, Lijnzaadolie aan het rantsoen worden toegevoegd. Lijnzaadolie is een plantaardige olie en bevat vetzuren die het paard een langdurige energiebron bieden zonder de toevoeging van te veel krachtvoer.


Het voeren van meerdere soorten ruwvoer heeft aangetoond een positief effect te hebben op de maag omdat dit vergelijkbaar is met het rantsoen wat het paard in het wild heeft. Door meerdere soorten ruwvoer aan te bieden aan het paard, eet het paard langer en vertoont het paard meer graasgedrag 22.


Daarnaast verschilt het bufferende effect van ruwvoer ook per soort. Zo zorgt de structuur van luzerne ervoor dat paarden meer kauwbewegingen maken en bevat luzerne ook meer Calcium en eiwitten die functioneren als buffer 23.


De toevoeging van supplementen met een bufferend effect bieden ook de nodige ondersteuning aan de maag en de maagwand. Door de toevoeging van ingrediënten zoals Calciumcarbonaat wordt het maagzuur geneutraliseerd en vermindert het gebruik van supplementen de kans op het ontstaan van maagzweren 24,25. Synovium Gastrosafe bevat onder andere Calciumcarbonaat en Magnesiumhydroxyde die beiden een bufferend effect hebben op maagzuur. Synovium Gastrosafe is daarom een ideaal supplementen voor paarden die vatbaar zijn voor maagzweren en kan ingezet worden als supplement ter preventie van maagzweren.


Kortom, heeft voeding en het management van het paard een effect op het ontstaan van maagzweren. Door middel van de juiste voeding en management kunnen maagzweren voorkomen worden en biedt het ondersteuning bij het behandelen van maagzweren.


Referenties


1. Sykes BW, Hewetson M, Hepburn RJ, Luthersson N, Tamzali Y. (2015). European College of Equine Internal Medicine Consensus Statement-Equine Gastric Ulcer Syndrome in Adult Horses. Journal of Veterinary Internal Medicine, 29(5): 1288-1299.

2. Warren H. (2015). The equine digestive system and the importance of the hindgut. Equine Health, (23): 7-8.

3. Merritt AM, Julliand V. (2013) Chapter 1 - Gastrointestinal physiology. In: Geor, R.J., Harris, P.A., & Coenen, M., (Eds.). Equine Applied and Clinical Nutrition. Saunders Elsevier: China.

4. Bell R, Mogg T, Kingston J. (2007). Equine gastric ulcer syndrome in adult horses: A review. New Zealand Veterinary Journal, 55(1): 1-12.

5. Ricardo V, Frank A M. (2009). New Perspectives in Equine Gastric Ulcer Syndrome. Veterinary Clinics of North America: Equine Practice, 25(2): 283-301.

6. Reese RE, Andrews FM. (2009). Nutrition and Dietary Management of Equine Gastric Ulcer Syndrome.

Veterinary Clinics of North America: Equine Practice, 25(1): 79-92.

7. Buchanan BR, Andrews FM. (2003). Treatment and prevention of equine gastric ulcer syndrome. Veterinary Clinics of North America: Equine Practice, 19(3): 575-597.

8. Sykes BW, Jokisalo JM. (2015). Rethinking equine gastric ulcers syndrome: Part 2 - Equine squamous gastric ulcer syndrome (ESGUS). Equine Veterinary Education, 27(5):264-268.

9. Van den Boom, R. (2022). Equine gastric ulcer syndrome in adult horses. The Veterinary Journal, 283-284: 1-7.

10. Banse, H.E., Andrews, F.M. (2019). Equine glandular gastric disease: prevalence, impact and management strategies. Veterinary Medicine: Research and Reports, 10: 69-76.

11. Hepburn, R. (2011). Gastric ulceration in horses. In Practice, 33(3): 116-124.

12. Munoz-Prieto, A., Cerón, J.J., Rubio C., Contreras-Aguilar, M.D., Pardo-Marin, L., Ayala-de la Peña, I., Martín- Cuervo, M., Holm Henriksen, I.M., Arense-Gonzalo, J.J., Tecles, F., Hansen, S. (2022). Evaluation of a Comprehensive Profile of Salivary Analytes for the Diagnosis of the Equine Gastric Ulcer Syndrome. Animals, 12(23): 1-13.

13. Sykes, B., Jokisalo, J.M. (2015). Rethinking equine gastric ulcer syndrome: Part 3 - Equine glandular gastric ulcer syndrome (EGGUS). Equine Veterinary Education, 27(7): 372-375.

14. Zavoshti, F.R., Andrews, F.M. (2017). Therapeutics for Equine Gastric Ulcer Syndrome. Veterinary Clinics of North America: Equine Practice. 33(1):141-162.

15. Luthersson, N., Jenifer, N.A. (2013). Equine Applied and Clinical Nutrition Chapter 34 - Gastric ulceration. In: Geor, R.J., Harris, P.A., & Coenen, M., (Eds.). Equine Applied and Clinical Nutrition. Saunders Elsevier: China.

16. Jones, S.L. (2006). Gastric ulcer disease. Proceedings of the North American Veterinary Conference, 20: 130-131.

17. Lorenzo-Figueras M, Merritt AM. (2002). Effects of exercise on gastric volume and pH in the proximal portion of the stomach of horses. American Journal of Veterinary Research. 63(11): 1481-1487.

18. Vokes, J., Lovett, A., Sykes, B. (2023) Equine Gastric Syndrome: An Update on Current Knowledge. Animals, 13: 1-25.

19. Meyer. H., Coenen, M., Gurer, C. (1985) Investigations of saliva production and chewing in horses fed various feed. Equine Nutrition and Physiology Society, 38-41.

20. Husted, L., Sanchez, L.C., Baptiste, K.E., Merritt, A.M. (2008) Effect of paddock vs. stall housing on 24 hour gastric pH within the proximal and ventral equine stomach. Equine Veterinary Journal, 40(4): 337-341.

21. Galinelli, N., Wambacq, W., Broeckx, B.J.G., Hesta, M. (2021) High intake of sugars and strach, low number of meals and low roughage intake are associated with Equine Gastric Ulcer Syndrome in a Belgian cohort. Journal of Animal Physiology and Animal Nutrition, 105(2): 18-23.

22. Thorne, J.B., Goodwin, D., Kennedy, M.J., Davidson, H.P.B., Harris, P. (2005) Foraging enrichment for individually housed horses: Practically and effects on behaviour. Applied Animal Behaviour Science, 94(1-2): 149-164.

23. Bäuerlein, V., Sabban, C., Venner, M., Vervuert, I. (2020) Effects of feeding alfalfa hay in comparison to meadow hay on the gastric mucosa in adult Warmblood horses. Pferdeheilkunde – Equine Medicine, 36(1): 29-36.

24. Sykes, B.W., Sykes, K.M., Hallowell, G.D. (2014) Efficacy of a Combination of Apolectol, Live Yeast (Saccharomyces cerevisiae [CNCM I-1077]), and Magnesium Hydroxide in the Management of Equine Gastric Ulcer Syndrome in Thoroughbred Racehorses: A Blinded, Randomized, Placebo-Controlled Clinical Trial.

Journal of Equine Veterinary Science, 34(11-12): 1274-1278.

25. Woodward, M.C., Huff, N.K., Garza, F., Keowen, M.L., Kearney, M.T., Andrews, F.M. (2014) Effect of pectin, lecithin, and antacid feed supplements (Egusin®) on gastric ulcer scores, gastric fluid pH and blood gas values in horses. BMC Veterinary Research, 10(1): 1-8.

Comments


bottom of page